Verjaardag

11 augustus, 2015


Dit schrijf ik u, terwijl ik op mijn terras zit, in het avondlijk duister, op mijn verjaardag, in gezelschap van welgeteld vier gasten. Het zit er weer op. Al een kwartier lang vertoont de conversatie sporen van sleetsheid, en hier en daar wordt met moeite een geeuw onderdrukt. Niet langer verdringen de hapjes zich op schalen, en de tafel biedt met al die lege glazen een desolate aanblik. Het is op, zowel culinair als verbaal. Een bevriend echtpaar staat op het punt de eigen stede weer op te zoeken, en ook de buren maken aanstalten.

Verjaardagen zijn mijn vrienden niet. Hoewel mijn vrouw en kinderen op die jaarlijkse dag uit louter naastenliefde golfjes van welwillendheid voor mij creëren, waarop ik toegeeflijk meedein, is de lol er al jaren af. Mijn verjaardag valt niet alleen in het centrum van mijn sterrenbeeld, maar vooral erg midden in de vakanties. En aangezien het voor hele volksstammen nog steeds usance is om tijdens vakanties wég te zijn, heeft die dag veel van een auditorium waarin de ontstentenis van vrienden en familie lang galmt. Ik loop zo'n dag vaak nogal wrevelig rond, vooral wanneer mijn eega haar plichten in "de zorg" moet vervullen, en dus niet beschikbaar is voor een praatje of wat gezelligheid. Ik ben alleen met de hond, die weliswaar voelt dat er wat gaande is, en mij daarom steeds weer een poot geeft, maar qua conversatie toch wat achterblijft...

Ik overweeg daarom al jaren om mijn verjaardag als instituut te schrappen. Nu is dat sneller gezegd dan gedaan. Uit verschillende overwegingen ben ik er nog niet toe overgegaan, want je loopt dan ook de cadeautjes mis en ik ben dol op verrassingen. Maar er is iets dat zwaarder weegt dan presentjes. Het is een nogal drieste stap om je af te sluiten voor de felicitaties van je dierbaren - zo ga ik nou ook weer niet met mijn vrienden om!

U ziet - ik wik en weeg nog. Verlossing van de eeuwige vraag hoe oud de jarige dan wel mag zijn geworden, zou me veel goed doen. De oerconservatieve Vaticaan-kardinaal Ottaviani gaf elk jaar opnieuw hetzelfde getal op, wanneer men hem op zijn verjaardag vroeg hoe oud hij was geworden. "Vriend", zei hij dan, als rechtvaardiging voor zijn antwoord "het is niet goed om elk jaar op dezelfde vraag een ander antwoord te geven".