Feest

14 juli, 2010


Het zit er op, we kunnen weer rustig ademhalen. Het WeeKaa is voorbij, ik meld het voor het geval het u ontgaan mocht zijn. "We" zijn weer weg uit Zuid-Afrika, zoals we ook eens weggingen uit Srebrenica, en we binnenkort Uruzgan verlaten. We hebben een belabberde pot voetbal gespeeld in de finale, buitenlandse media berichtten er uitvoerig over, maar "onze" supporters hebben zich voorbeeldig gedragen. In ieder geval leken er voldoende redenen om uitbundig feest te vieren bij de terugkeer van onze helden. Feest? Tja.

Feest en ik hebben weinig met elkaar. Komt dat doordat ik begin augustus jarig ben, bijna altijd de datum waarop mijn vrienden met vakantie zijn, met een regelmaat die aan opzet doet denken? Wat is feestvieren? Daarover zijn verschillende meningen in omloop. Sommigen vinden een avond hossen, schreeuwen, bijkans bezwijken onder de keiharde dreunen die de onderliggende muziek zo goed verbergen, en overgoten worden met bier, veel bier - een feest. Primitief gedrag, doordat persoonlijke waarden even terzijde worden gelegd. En dan maar bewégen, zo ongestructureerd en heftig mogelijk, terwijl je gedurig een jou onbekende buurman toucheert, die al even bezweet is als jij. Uit je bol gaan, heet dat, maar je mag natuurlijk ook uit je dák. Dat het ook anders kan, bewijst André Rieu nu al jarenlang, over de hele wereld. Zijn feesten worden weliswaar vrij massaal bezocht, en ik denk juist dat een feest zich vooral op kleine schaal afspeelt, maar het oogt veel sympathieker dan het liederlijk verpozen van het gepeupel, dat zich zonder alcohol geen raad zou weten.

Vanuit het voorgaande kunt u gevoeglijk aannemen dat ik niet bij het feest op het Museumplein was, en dat ik me ook niet heb laten verleiden om mijn rubberbootje naar de rondvaartboten te sturen. Na De Nederlaag wreef een voetbalcommentator het zout nog eens stevig in de wonde met de woorden: “’74, ’78, 2010, het trauma blijft bestaan.”  Een bijna net zo onverdraaglijke opmerking als die van sportcommentator Herman Kuiphof, destijds, na de Eerste Nederlaag in 1974: “Zijn we d’r toch ingetuind.” Voetbal is oorlog, en oorlog veroorzaakt trauma’s, moet ik er zo naar kijken? Of is het “maar een spelletje”, het cliché van het toernooi…

Ik stel voor dat we alle voetballers van het WeeKaa binnenkort in Nederland laten spelen, op de Veluwe, of in andere, door droogte bedreigde gebieden. Voorwaarde is wel dat ze dan net zo royaal zijn met mondvocht als de afgelopen weken, toen zij hun sputum zo charmant op de mat spogen. Met een beetje mazzel komt er dan snel een einde aan de huidige Code Droog!