Aan zee (2)
6 september, 2010
Dit schrijf ik u vanaf een eiland in zee. Onder een lichttoren, die om vermoedelijk geschiedkundige redenen vuurtoren wordt genoemd. Daar hebben mijn vrouw, jongste zoon en ik onderdak gevonden in een huis op wielen. Niet ver van het strand, dat vooral bij windrijk weer zijn zand ver vooruit werpt.
Het strand lokt ons al op de dag van aankomst naar zich toe, ook al zijn we moe van het georganiseer van de afgelopen dagen, de warmte in de auto, en alle nieuwe indrukken. Wat dat betreft ben ik gauw verzadigd. Ik loop dan ook in gemodificeerd tempo over het zand, terwijl mijn medereizigers blij met de vloedlijn spelen. Het is een handeling die we deze vakantieweek enkele malen herhalen, en die niet slijt. Het eeuwige geruis van het water, de droogvallende gronden, de fraaie zonsondergangen, alles werkt samen om een mooi gevoel te laten ontstaan, iets van tevredenheid, en dat het ondanks veel getob misschien toch nog goed komt met de mens op aarde…
Het aardige van dit eiland vind ik de beperkte omvang ervan. Dat geeft me het gevoel dat ik alles wel even kan exploreren, waarna ik de goegemeente thuis te lijf kan gaan met intrigerende verhalen over landschappen, bouwwerken, culturen en tradities. “We hebben daar een bouwwerk bezocht, een vuurtoren, waar je 232 treden moet klimmen voordat je boven bent! En daar aan de kust was ooit een ongeluk met paarden gebeurd, die een reddingssloep in zee moesten trekken. Prachtige traditie. Maar een deel van die paarden was toen verdronken, en die Nederlanders hadden daar een monument van gemaakt, een paardengraf. Geweldig!”
Canada, Costa Rica, Italië of Ameland, wat maakt het uit? Toegegeven, Santa Eulalia del Rio Ibiza klinkt behoorlijk exotisch, maar Hollum en Ballum mogen er ook zijn, vooral wanneer uitgesproken door onze Oosterburen. Holloem oend Balloem. Ameland is ook exotisch, vraag het de Duitsers. Ze zaten net als wij in de vele strandtenten van het eiland, en op de terrasjes, te proeven hoe de cappuccino smaakt.
Ik weet zeker dat ik heimwee krijg, naar Ameland. Misschien door het lummelen in ledigheid, dat ons erg beviel. Misschien door het strand, het zand, het water en de wind, die het vliegeren zo deed slagen. Misschien door de zinloosheid van die vuurtoren, die iedere avond en nacht met een ongehoorde 4,5 miljoen Watt lichtstrepen over het donkere water veegt, ondanks GPS en radar. Misschien – ach, dat hebben wij nou eenmaal aan zee…