Taal

27 november, 2000


Kent u de overeenkomst tussen een logopedist en een politicus? Beiden houden zich de hele dag bezig met goed praten. En weet u hoe iemand heet die graffiti van gevels verwijdert? Een extramurale werker.

Taal is voor mij zowel een bron van vermaak als ergernis. Taal is een instrument dat je op allerlei mogelijke manieren kunt hanteren. Iedereen kan met taal spelen, je hoeft er niet voor gestudeerd te hebben. Ga er maar eens voor zitten met een krant of tijdschrift en pak eens wat woorden beet. Verander nu eens wat. Sommige woorden winnen zelfs aan duidelijkheid en betekenis als ze íets veranderd worden. Bijvoorbeeld omrijding, voor omleiding. Diarreet in plaats van diarree. Niet sluikreclame maar sluipreclame. Aaidacht voor aandacht.

Ook kleine wijzigingen in uitspraken en gezegden kunnen een komisch effect hebben. De slijter is op de fles. En in dezelfde trant, de ene kruidenier tegen de andere: “Het wordt steeds moeilijker om je gram te halen”. Een begrafenisondernemer: “Een goede kist behoeft geen krans”.  Een tv-commentator: “de bokser was na enkele wedstrijden nog ongeslagen”. Wie er op let kan zo een hele verzameling woordspelingen aanleggen, vaak door kritisch te luisteren of te lezen. Wie creatief is met taal kan van alles verzinnen. De kortst mogelijke omschrijving van John McEnroe bijvoorbeeld, toen hij nog actief was als toptennisser: Stennis! Ook typefouten en al of niet bewuste verschrijvingen spreken vaak tot de verbeelding: Hij werd met zijn neus op de geiten gedrukt. En: het onderzoek wordt uitgeboerd. De stand van zakken, Gedupeerde Staten, platte landsvrouwen, en kosten kaper. 

Minder aardige taalproducten worden gebakken door ambtenaren. Ik hou niet van generaliseren, maar het is nu eenmaal zo: veel ambtenaren zijn taalbarbaren. Onlangs moest ik me voor een journalistieke tekst over rioleringen  - inderdaad: riooljournalistiek - verdiepen in technische, ambtelijke teksten. Vragen om moeilijkheden, ik weet het, maar ook op het niveau van vakliteratuur mag een mens toch helderheid verwachten? “Vooralsnog moet echter gerekend worden met een aanzienlijke diffuse belasting van de urbane leefomgeving”, bralt de schrijver van de informatie. En hij gaat door: “Overstorten bevinden zich vaak bij kleine, semi-stagnante wateren”. Ten slotte: “Na het wettelijk regelen van de planverplichting en het alloceren van de zorgplicht is in de belangrijkste wettelijke en organisatorische elementen voorzien”. Ik heb er begrip voor dat beleidsinformatie over de Hades zijn beperkingen heeft wat betreft smakelijke details, maar dit is te gek. Dit is taalvervuiling van de ergste soort.

Mocht ik u overigens enthousiast hebben gemaakt voor het spelen met taal, stuur dan eens wat van uw vondsten op. Ik kom er in deze column dan zeker op terug.