Schreeuw

5 mei, 2010


(gepubliceerd de dag na Dodenherdenking, de vorige avond; die werd in de twee minuten stilte verstoord door een man die luidkeels begon te schreeuwen. Daarop brak paniek uit, en vielen meer dan tien gewonden die tegen de dranghekken werden verdrukt, of onder de voet werden gelopen; De schreeuwer werd aangehouden, en enkele dagen voor verhoor vastgehouden).

Het was me wat moois, gisteravond. Wat een hectiek, wat een chaos, wat een ontwrichtende ervaring. Ik kan u wel zeggen, ik wist even niet wat er allemaal aan de hand was. Komt waarschijnlijk omdat het zo plotseling gebeurde, zonder enige voorafgaande waarschuwing, in een volkomen vredige atmosfeer…

Ik zal het u uitleggen. Ik liep aan het begin van de schemering net in de natuur uit te wasemen, met de hond, langs de Wold Aa, die er rimpelloos bij lag. Had me zojuist verbaasd over de onbewogen houding van de ratelpopulier die ik bemin – in deze onrustige tijden behoren ratelpopulieren te ratelen, wind of geen wind – toen ik gezelschap kreeg van een heleboel pinken, die aanschoven langs het provisorische hek dat mij en de hond van hen scheidde. Ik houd wel van pinken. Het zijn leuke, jonge beesten, een beetje springerig en onberekenbaar, maar altijd olijk, en in voor een geintje. De hele kudde, die na enig onderzoek uit ongeveer dertig beesten bleek te bestaan, volgde me bijna op de voet. Kennelijk vonden ze mij en de hond een paar apart, want steeds liepen ze even weg, om op enige afstand te gaan staan giechelen en wijzen, om dan weer naderbij te galopperen en ons in close up te bekijken, met een snuit alsof het toch allemaal te dol voor woorden was. Deze cabareteske situatie hield wel een minuut of wat stand. Nou ja, ik voelde me wel een beetje voor joker lopen, maar in zo'n situatie weet je dat twee individuen het nu eenmaal moeten afleggen tegen de macht van het groepsgevoel…

En toen gebeurde het. Aan de overkant van de Wold Aa klonk plotseling een rauwe schreeuw, een doordringend gebrul, langgerekt en klaaglijk, afkomstig van een van de oudere koeien die daar stond te grazen. De hond, die mijn conversatie met de pinken toch al wat bibberig had getolereerd, schrok daar zo van, dat hij in een woest geblaf uitbarstte, wat voor een wilde eend twintig meter verderop aanleiding was om luid kwakend het luchtruim te kiezen. Van al dat lawaai schrokken die pinken zo vreselijk, dat ze en masse wegsprintten, wat de aarde onder mij deed dreunen, en de hond opnieuw liet steigeren. Ik deed inmiddels moeite om vat op de gebeurtenissen te krijgen, wat me uiteindelijk lukte. Met een gevoel alsof alle voegen uit mij vandaan waren getrokken, vervolgde ik mijn weg, in een verstoorde atmosfeer. Langzaam begon er wat neerslag te vallen – zilveren kringetjes vormden zich in de Wold Aa. Een beetje verdrietig weende ik zachtjes met de regen mee…